De diensten in onze kerk verlopen doorgaans via dezelfde liturgie.

Votum en groet
De voorganger spreekt:
Onze hulp is in de Naam des HEEREN, die de hemel en de aarde gemaakt heeft. Die trouw houdt en eeuwig leeft en niet laat varen de werken van Zijn handen (n.a.v. Psalm 124:8 en Psalm 138:8).
Genade en vrede zij u en vrede van Hem, Die is, en Die was, en Die komen zal; en van de zeven geesten, die voor Zijn troon zijn; en van Jezus Christus, Die de getrouwe Getuige is, de Eerstgeborene uit de doden en de overste van de koningen der aarde. Amen. (Openbaringen 1: 4 en 5)

Indien een ouderling voorgaat in een leesdienst, wordt alleen het eerste gedeelte (”Onze hulp…Zijn handen”) uitgesproken.

Zingen
Tijdens de dienst zingen we een aantal verzen uit de Psalmen of vanuit de Enige Gezangen (achterin ons Psalmboek). De Bijbels gewortelde Psalmen, vertolken gedachten en gevoelens van gelovigen. Er zijn Psalmen om God te prijzen (lofliederen) of Hem te danken; er zijn boetepsalmen en psalmen die een gebed bevatten. Het zijn liederen die ook vandaag de dag en in allerlei situaties nog hoogst actueel zijn. Op borden voor in de kerk staat aangegeven welke Psalmen en gezangen we tijdens de diensten zingen.

Lezing van de wet of van de Geloofsbelijdenis
In de zondagmorgen dienst lezen wij Gods Wet, de Tien Geboden. Deze wet heeft God aan Mozes gegeven (zie Exodus 20: 1 -17). Tijdens de zondagmiddag dienst wordt gelezen uit de Nederlandse Geloofsbelijdenis of uit de Dordtse Leerregels. In de zondagavond dienst lezen we de Apostolische geloofsbelijdenis.

Zingen
In aansluiting op de Wet zingen we een Psalm of een gezang.

Schriftlezing
De ouderling van dienst leest een gedeelte uit de Bijbel. Het gedeelte dat gelezen wordt staat aangegeven op het bord voor in de kerk. Doorgaans is dit tevens het gedeelte waarover de preek zal gaan.

Gebed
De voorganger gaat voor in gebed. In het gebed erkennen we Gods goedheid en belijden we onze zonden, gebreken en tekortkomingen. Ook vragen we God ons in genade aan te zien en de dienst te zegenen. We bidden of God de voorganger wil helpen en in het bijzonder te zijn bij mensen in nood, onder wie de zieken en hulpbehoevenden in de gemeente.

Zingen en collecte
We zingen een Psalm of een Gezang. Voor het zingen wordt er gecollecteerd (geld ingezameld). Er worden collectezakken doorgegeven waar ieder een bijdrage in doet. Normaal gesproken is de eerste collecte bestemd voor de Diaconie (ter ondersteuning van minder draagkrachtigen in binnen- en buitenland). De tweede collecte is voor de Kerk. De derde collecte is voor de Schulddelging van de kerk. 

Preek (eerste gedeelte)
De voorganger geeft uitleg bij het Bijbelgedeelte dat gelezen is en houdt ons de boodschap er uit voor. Meestal deelt hij zijn preek op in een aantal aandachtspunten, die achtereenvolgens aan de orde komen.

In de avonddienst staat vaak een Bijbels thema centraal, met betrekking tot het te behandelen onderdeel (een zogenaamde zondagsafdeling) uit de Heidelbergse Catechismus. Dat is een vraag- en antwoordboekje waarin de Christelijke geloofsleer wordt uiteengezet in een 52-tal ‘zondagen’ – voor elke zondag van het jaar één.

Zingen
We zingen een Psalm of een Enig Gezang. Soms wordt tijdens dit zingen nog een vierde, extra collecte gehouden. Het doel daarvan wordt is dan reeds genoemd.

De predikant vervolgt zijn preek.

Dankgebed
Na de preek volgt er een kort gebed om de Heere God te danken voor de dienst die we met elkaar mochten hebben.

Mededelingen
Bijvoorbeeld met betrekking tot activiteiten in de gemeente in de komende week.

Zingen
We zingen tot slot een Psalm of een Enig Gezang.

Zegen
De dominee spreekt de volgende zegen uit:
De genade van onze Heere Jezus Christus, de liefde van God en de gemeenschap van de Heilige Geest zij met u allen. Amen.

Of: De HEERE zegene en behoede u! De HEERE doe Zijn aangezicht over u lichten, en zij u genadig! De HEERE verheffe Zijn aangezicht over u en geve u vrede! Amen. (Numeri 6:24-26).

Als een ouderling voorgaat, spreekt deze de bede uit de Avondzang (Gezang 12: 7) uit:
O Vader, dat Uw liefde ons blijk’; O Zoon, maak ons Uw beeld gelijk; O Geest, zend Uwen troost ons neer; Drieënig God, U zij al de eer.